KOZIJNEN AFTIMMEREN

Tekst hier invullen...

Vloerplinten: 

-Massieve vloerplint
Een massieve vloerplint bestaat uit één stuk hout. Je zaagt de vloerplint eerst op maat. Je zaagt hem waar nodig in verstek. Daarna bevestig je de plint aan de muur. Dit doe je met pluggen en schroeven, met montagekit of met staalnagels. 

-Overzet vloerplint
De naam overzetplint is duidelijk. Deze plint plaats je over een oude plint.
Is er geen oude plint? Dan monteer je eerst een achterlat op de wand.
Achter de overzetplint is ruimte voor kabels. Je zet de overzetplint vast met schroeven of met een kliksysteem.
Voor de hoeken gebruik je standaard begin- en eindstukken.

-Uitwendige hoek
Een uitwendige hoek is een hoek waarbij twee muren een hoek van 90 graden maken. De vloerplinten moeten hier aan de buitenkant van de hoek komen. Je zaagt ze eerst in verstek. Zo krijg je een aansluiting waarbij geen kops hout zichtbaar is. Dit ziet er mooier uit. Bovendien is kopshout zeer lastig af te werken.

-Inwendige hoek
Een inwendige hoek is een hoek waarbij twee muren een hoek van 90 graden maken. De vloerplinten moeten hier aan de binnenkant van de hoek komen. Je hoeft ze niet eerst in verstek te zagen. Je kunt het kops hout namelijk toch niet zien. 

Bevestigen

Je hebt verschillende soorten plafonds. Je hebt dus ook verschillende manieren om de plint te bevestigen.

Bestaat het plafond uit hard materiaal zoals beton? Dan bevestig je de plint met pluggen en schroeven of met montagekit. Je boort eerst in de plint. Daarna houd je de plint op de juiste plek en boor je door in het plafond.

Je haalt de plint weer weg. Je drukt de pluggen in het plafond. Tot slot bevestig je de plint met schroeven in de plug.

Bestaat het plafond uit zacht materiaal zoals regelwerk en gips? Dan zet je de plint vast met schroeven. Je kunt ook een tacker met nagels met verloren kop gebruiken. Je houdt de plint op de juiste plek en je zet hem in één keer vast.

Vals verstek bepalen

(1) Als eerste zet je een lijn op het binnensnijpunt van de plint. Je zet de plint tegen de muur. En je plaatst de duimstok om de hoek tegen de muur. 

(2) Je zet een stuk plint om de hoek tegen de muur. Je zet een lijn op het buitensnijpunt van de twee plinten. 

(3) Nu heb je twee lijnen: de binnenmaat en de buitenmaat. Samen vormen ze de juiste schuinte als je ze van binnen naar buiten verbindt. 

(4) Je zaagt het afgetekende valsverstek met een kapzaag af. 

Koplatten & Hoeklatten

(1) Materialen werken. Daarom bedek je met een koplat de naad tussen de (stucwerk)muur en het kozijn (stijl en bovendorpel). Het kozijn ziet er zo mooier uit.

Je zet de koplat alleen vast op het kozijn en niet op de wand.

Je plaatst de koplat één derde tegen het kozijn en twee derde over de wand.

(2) Een platstuk heeft dezelfde functie als een koplat. Ze zien er ook hetzelfde uit. Het enige verschil is dat een platstuk altijd breder is dan 60 mm.

Je plaatst koplatten en platstukken op stijlen en op de bovendorpel. Je plaatst ze in verstek tegen elkaar.

(3) De houtbreedte van een kozijn en de dikte van de afgewerkte muur komen meestal overeen. Is dat niet het geval? Dan maak je een smeerlat die de maat van de niet-sponningzijde tot het stucwerk opvult. De sponningzijde moet altijd gelijk zijn met de voorkant van de afgewerkte muur. Zo kan de deur nog plat open.

Bevestigen

Nu ga je het op het kozijn bevestigen. Teken eerst twee derde van de breedte van de koplat of het platstuk af op het kozijn. Je bevestigt de koplat of het platstuk op de afgetekende lijn op het kozijn. Je zet de koplat of het platstuk vast met een draadnagel met een verloren kop.

De maat van de niet-sponningzijde tot aan de buitenkant van de nog te maken stuclaag gebruik je als richtlijn voor je smeerlat. Je bevestigt de smeerlat met een draadnagel met een verloren kop op het kozijn. Zo kan de stukadoor de smeerlat gebruiken om het stucwerk op af te reien.

De aansluitnaad tussen het stucwerk en de smeerlat werk je af met een koplat of platstuk.

Dagstukken 

De houtbreedte van een kozijn en de dikte van de afgewerkte muur komen meestal overeen. Bij een spouwmuur of bij een buitendeurkozijn is dit niet het geval. Dan maak je een dagstuk. Het dagstuk heeft de breedte van de neggemaat en de dikte van het stucwerk.

Eerst bevestig je klossen aan het kozijn. De dagstukken bevestig je aan de klossen. Dit doe je aan de kant van de stijlen en de bovendorpel.
Bij de onderdorpel van een raamkozijn timmer je het af met een vensterbank. 

Espeq & M.j. de Nijs
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin